Rijst

Rijst is het basisgerecht van de Indonesische keuken. Rijst hoort drooggekookt op tafel te komen met de oorspronkelijke korrel nog goed te onderscheiden.

 

Op Java werd de rijst niet gekookt maar gestoomd. Men wast de rijst, overgiet het met kokend water en doet het in de koekoesan, dit is een puntig uitlopend mandje. Dit mandje hangt men vervolgens in de dandang, een kookpot en wel zo dat de punt van de koekoesan het water in de dandang net niet raakt. De koekoesan wordt dan afgedekt met een deksel en zo wordt de rijst gestoomd tot het samenhangt. Daarna wordt de rijst overgedaan in een grote pan of kom en overgoten met water uit de dandang totdat de rijst een vingerbreed onder staat. De rijst wordt zo nog een kwartier afgedekt met rust gelaten, zodat de korrels het water op kunnen nemen. Daarna wordt de rijst weer terug gedaan in de koekoesan en wordt de dandang bijgevuld met kokend water. Zo laat men de rijst nog een uur na stomen.

 

Dit is een heel bewerkelijke methode. Het lijkt zelfs op een ritueel omdat er door de zorgvuldige manier van werken geen rijstkorrel verspild wordt.

 

Er is een Javaanse gezegde: "Wie rijst verspild zal honger lijden."

In de Javaanse mythologie werd de rijst door de goden aan de mensen geschonken. Aan Dewi Sri, de godin van de rijst, wordt ondanks de Islam nog altijd door de Javaanse boer geofferd.

 

Tegenwoordig bestaan er veel snellere en makkelijkere methodes om rijst te bereiden. Zie hiervoor het document keukengerei.

 

Er bestaat ook voorgekookte rijst. Zogenaamde snelkook rijst, het is makkelijk te maken door de aanwijzingen op de verpakking te volgen. De smaak is echter wel flauw.